welke verschillende bevelen worden er gebruikt bij de agility
zoals bij het nemen van de weave,de wip,de band,de sprong enz...
dat bepaal je in feite zelf... wat je het beste ligt.
voor de springtoestellen worden de bevelen: hoog, spring, hop, over of horde gebruikt
(Met Dixie was het huppe, het westvlaamse dialect voor hop
later heb ik dat aangepast naar 'over')
onder zo'n springtoestellen behoren ook de waterbak en de waterput.
De waterbak is een horde met daaronder water in een bak.
De waterput is een horde zonder doorzicht onderaan, het is in de vorm van een waterput.
Indien mogelijk: leer de twee soorten hordes aan: diegene die open zijn onderaan en diegene die gesloten zijn.
voor de weef: ofwel gebruik je het woord weef (het is het kortst en neemt het minst adem van je af)
andere benaming(en) voor de weef zijn: slalom => kan je dat woord ook gebruiken
(ik nam de benaming slalom)
andere uitspraken voor de weef zijn: tussen
voor de wip gebruikten wij altijd het woord zelf: wip
(gebruikte ik zelf ook altijd)
voor de hondenloop gebruikten wij altijd het woord zelf: hondenloop (wat je zelf kan afkorten naar ev. loop)
(ik zei altijd hondenloop)
voor de schutting: kan je het woord zelf gebruiken: schutting
andere benaming(en) voor de schutting zijn: de A, dak of de kapel
(ik gaf de naam 'schutting')
voor alles waar een hond door moet, gebruikte ik de term: door
en dat zijn de: band, slurf (of zak) en de tunnel
er zijn altijd mensen die daar nog eens een onderscheid in maken en hun hond 'de band', 'de zak', of de 'tunnel' aanleren...
maar zelf probeerde ik voor hetzelfde - want een hond ziet enkel een gat - hetzelfde te gebruiken.
---
* hoe begin je eraan ,wanneer je hond het nog nooit heeft gedaan,daarmee bedoel ik
gewoon hoe leer je de verschillende toestellen het best aan.
je neemt een sprongtoestel (kortweg:
horde)... meestal zijn dat aan weerszijden twee staken (simpel gezegd) met een stok
je legt de stok op de grond.
je zet je hondje kort ervoor.
(indien een tweede persoon, blijft deze bij haar en ga jij naar de andere kant)
zelf ga je achter de horde staan en als je hondje oplet, roep je haar.
Komt ze meteen naar je toe, tussen de twee staken en over de stok, beloon haar dan.
*Waarom zet je je hondje er kort voor?omdat je niet wil dat je hondje van int begin fouten gaat maken... hoe korter je je hond voor het toestel zet, hoe minder kans erin zit dat je hondje ernaast zal lopen.
Als je hondje niet meteen terugkomt bij de beloning (doordat je een bal weggooide of iets dergelijks)... stop dan met het spelen op deze manier. Tis de bedoeling dat de beloning kort duurt en dat ze bij je blijft...
Bijv Chucky luisterde nooit... ik smeet zijn flosse weg, hij liep erom... ik leerde hem op die manier om van mij weg te gaan, ipv bij me te blijven... terwijl hij vaker naast het toestel liep (int begin) dan erover sprong.
bij de verte-sprong leg je 1 zo'n plankje op de grond... eventueel op z'n zijde, zodat de afstand nog korter wordt gemaakt. Je doet je hondje erover springen... daarna leg je de plank zoals hij zou moeten liggen en doe je haar erover springen. ... bij een kleintje zoals een chihuahua gaan ze niet verder dan 3 plankjes dacht ik.
Om het haar goed te leren, leg je de plankjes echter nooit knal tegen elkaar, laat wat ruimte tussen. Op die manier leert ze verder springen dan dat ze eigenlijk moet.
bij de wip: je zet (lees goed eh) je hondje op de wip, daar waar hij de grond raakt. Een tweede persoon (indien mogelijk) houdt de wip vast aan de andere kant. Je lokt dmv snoepjes je hond verder de wip op. Ga nooit te snel.
Zie je dat je hond halt houdt, hou dan ook halt. Liefst van al sta je naast je hondje. Probeer je hond ervan te overtuigen dat de wip niet gevaarlijk is. Als de persoon aan de andere kant de wip te snel lost (in geval van een chihuahua zullen de gevolgen niet zo drastisch zijn), dan valt de wip naar beneden met een klets op de grond en zit de kans erin dat je nog héél lang zal mogen oefenen op die wip.
Als de hond op het middelpunt is - en sowieso gans de weg naar boven door - beloon je haar goed. Daarna beweegt de tweede persoon de wip héél voorzichtig naar beneden. Als je hondje achteruit schrikt, hou dan halt met het omlaag halen van de wip.
Jij gaat met je snoepjes haar vragen toch verder te gaan... als zij een stapje zet - laat de plank gelijk, zet ze nog een stapje, probeer dan heel lichtjes naar beneden te gaan. Dit doe je totdat je op de grond uitkomt.
Laat je hond zitten op het uiteinde (raakvlak) en laat haar dan van het toestel wegspurten. Beloon haar.
Ik raad je aan dit toestel even over te slaan en een ander toestel te oefenen, kwestie van het niet stresserend te maken... noch het saai te maken voor je hond.
+ doe je hond nooit terugkeren op de wip!de hondenloop is hetzelfde principe, met dat verschil dat je niets omlaag moet halen. je lokt haar omhoog, blijf bij haar op het gelijke vlak en laat haar lopen tot bijna op het eind. Een kort eind voor het raakvlak moet je haar afremmen. Je doet haar zitten (rechtstaan mag ook hoor of liggen) op het raakvlak, beloon haar daar en laat haar dan lopen.
*Je doet haar een houding aannemen op het raakvlak omdat je sowieso het raakvlak moet hebben, anders heeft ze een fout aan haar been (gesteld dat je meedoet met het clubkampioenschap of nog verder...)
de schutting, normaal staat die bijna helemaal plat. Sommige hondenscholen houden daar echter geen rekening mee en laten die staan zoals die staat voor volwassen dieren... sommige schuttingen kunnen ze ook niet zo plat krijgen.
en dat is hetzelfde principe als de wip - behalve dat omlaag halen. Laat haar erop lopen, geef haar een snoepje op het bovenste punt en laat haar zitten op het raakvlak als je er terug afgaat
probeer bij alledrie de toestellen ervoor te zorgen
dat je haar niet afremt vlak na het middelpunt. De bedoeling van agility is dat een hond snelheid haalt... dus hou de rem
tot vlak voor het raakvlak en laat haar dan weer spurten.
de tunnel leg je kort en languit, zodat je hond de andere kant kan zien... zet je hond er zo kort mogelijk voor
(indien een tweede persoon, blijft deze bij haar en ga jij naar de andere kant)
en ga naar de andere kant.
steek desnoods je hoofd door het gat aan die andere kant en roep je hondje, vanaf haar blik op jou is gefixeerd.
klap eventueel ook in je handen (maar niet in de tunnel, want dat weergalmt)
Als je hondje door de tunnel is gelopen, belonen...
Dit toestel mag je gerust een paar maal na elkaar doen.
De band - een in de hoogte staande 'door'-toestel
je legt die op z'n zijde, waardoor je hond enkel een klein sprongetje moet maken om erdoor te springen.
Zelfde principe als bij de tunnel - hondje roepen met je hoofd bijna erdoor
Zelfde principe zoals bij de wip, om de band te verhogen. (je verhoogt pas als de hond de lagere stand aankan en doet)
hoe verhoog je zoiets?of je hebt een band gemaakt die steunt op een stok en dan leg je die schuin... eerst op de grond, daarna op een baksteen (bijv) en dan op iets dat hoger is dan een baksteen... of je tweede persoon houdt die gewoon vast en mik je op je ogen dat die hoger was dan eerder.
of je hebt een band gemaakt in een kader en dan kan je werken met een ketting die bovenaan bevestigd is aan de band en trek je hem zo omhoog. Voordeel aan dit toestel is dat je de hoogte van gisteren vandaag ook ziet.
zoals deze:
http://i442.photobucket.com/albums/qq143/yvy66/agility/Afbeelding009.jpgde Slurf of de zak is een toestel dat start zoals bij een tunnel, maar waar het uiteinde niet zichtbaar is omdat het laatste deel op de grond ligt.
Als je start met aanleren heb je een tweede persoon (noodzakelijk) nodig om het achterste open te houden, zodat je hondje denkt dat het een tunnel is. Laat je hond er een paar maal doorheen lopen.
Heb je geen tweede persoon, zet je hondje er kort voor, ga zelf naar de andere kant, trek de zak open en roep je hondje.
Zorg altijd dat je hond je kan zien door het gat bij de tunnel en de slurf (zak)
Net zoals bij de band en de wip, laat je beetje bij beetje de achterste zijde van de slurf zakken, tot ie op de grond ligt en je hond er vanzelf doorheen loopt.
Let er altijd op dat je achterste zijde effen ligt... als hij gedraaid ligt, zit de kans erin dat je hondje er in vast komt te zitten... en is al je werk naar de maan.
In uitzonderlijke gevallen kijken de honden er niet naar om, maar speel toch maar op zeker.
en tot slot de weef...de weef is (volgens mijn persoonlijke mening) het moeilijkste toestel om aan te leren.
Je hebt verschillende methodes
A. je zet de stokken vlak na elkaar in de grond... en om de twee palen zet je draad, zodat je hond er niet uit kan... je doet je hondje erdoor heen lopen, ondertussen roep je je bevel, en aan de andere kant beloon je je hondje.
na wat oefenen kan je de draad verderaf zetten en zien of je hondje het ook zonder die draad kan ...
(oudste methode, maar waarschijnlijk de minst 'uit eigen beweging' slalommen)
B. je zet de stokken in zigzag (en dus in twee rijen) en dan ga je met je hondje naar stok 1 en zo naar stok 2 en ...
ondertussen lok je je hondje ertussen met een snoepje en zeg je per keer dat ze een stokje dient te passeren je bevel.
(dit is volgens mij de traagste methode - je moet dan nog oefenen op snelheid ook = en dat vereist geduld)
C. Je zet de stokken zoals bij A, maar dan schuin... en tamelijk ver uit elkaar... net genoeg in feite om je hond te tonen dat ze door een schuine stokken laan gaat lopen. Ze kan nu gewoon rechtdoor lopen.
Naarmate de oefeningen vorderen zet je de stokken langzaam meer naar 1 lijn toe... ondertussen zet je ze ook wat rechter. In het geval van een chihuahua gaat dat zo niet maken, maar voor een grote hond zijn schuine stokken nu éénmaal niet handig.
Op het eind kom je aan 1 rechte lijn van stokken en kan je hond in principe slalommen.
Kan ze niet mee met jou snelheid (jij hebt geen geduld) doe de stokken dan weer wat verder uiteen.
Wat je ook kan doen bij C is eerst de achterste drie stokken (bijv) dichterbij zetten, zodat ze pas op 't eind moet beginnen slalommen. Dit doe je best pas wanneer je merkt dat ze de 'slalom-neiging' begint te krijgen.
nog enkele onthoudertjes:*Heb altijd geduld met je hond (dat geld voor alles uiteindelijk)
*Beloon je hondje goed, als zij het toestel correct heeft genomen. (speeltje, aaitje, snoepje)
*Wees NOOIT kwaad op uw hond. Als uw hond een verkeerd toestel neemt
(in een later stadium kan je er twee vlak naast elkaar zetten)
dan ligt de fout veelal bij de handler (de eigenaar die met de hond loopt) doordat zij of hij wellicht een verkeerd manoeuvre heeft gedaan met haar handen of hoofd
*Een hond let ALTIJD op je handen en hoofd. Heb je lang haar? in een paardenstaart liefst, streel nooit je haar weg achter je oren. Voor de hond kan dit een 'teken' zijn...
Zwaai je hoofd niet naar achter om je haar weg te krijgen, kan evengoed een 'teken' zijn...
en zeker als je op dat moment aan twee toestellen komt. Ze hoeven daarom al niet vlak naast elkaar te staan.
* Als je hond een toestel foutief neemt, doe die dan meteen weer opnieuw... en zorg er ook voor dat je hond niet beseft dat ie fout is geweest! Het moet nog altijd leuk blijven...
* Een hond met flaporen heeft minder zicht op zijn omgeving (opzij en achter) dan zijn maatjes met rechte of kortere oren.
* Een hond met flaporen heeft minder gehoor dan zijn maatjes met rechte of kortere oren.
reden?
Flaporen bewegen op en neer. Op het moment dat jij ff kort wijst met je vinger, kunnen de flappers net omlaag zijn en ziet je hond die vingerbeweging niet.
(Honden zien je ook als je links of rechts achter hen staat)
Flaporen bewegen op en neer en maaien ook een deel van het gehoor weg. Op het moment dat jij wat roept en de oren zijn naar beneden, kan het zijn dat de hond maar de helft heeft verstaan van wat je zei.
Hou daar rekening mee!
(algemeen bedoeld, een chihuahua heeft korte oren en zou in principe héél goed moeten horen)
---
ik denk dat ik zowat alles heb opgeschreven van wat ik geleerd heb in mijn 12jarig wedstrijdleven met Tommy en Dixie... als er me wat nog te binnen schieten, schrijf ik het nog wel even op... of als je nog vragen hebt... shoot
